Haagse Stadspartij stelt Legolandconstructie opnieuw aan de kaak

De Haagse Stadspartij is nog lang niet klaar met het Legoland-dossier.
Fractievoorzitter Peter Bos: ‘De haast en de manier waarop dit besluit tot stand is gekomen roepen bij ons alleen maar meer vragen op.’

De Haagse Stadspartij en de PvdA hebben maandag 6 maart na bestudering van alle stukken een waslijst aan schriftelijke vragen ingediend. De komst van Legoland Discovery Centre naar Scheveningen is na een tumultueuze raadsvergadering weliswaar bekrachtigd door de raad, maar de manier waarop is voor de Haags Stadspartij onacceptabel.Peter Bos: ‘Legoland Discovery Centre is natuurlijk welkom, maar we zagen al dat het voorstel rammelde en hebben tegen gestemd. Door de haast hebben we amper tijd gehad om het voorstel in detail te bestuderen. Dat hebben we nu wel gedaan en het blijkt dat volgens ons tal van zaken niet deugen.’ Het gaat o.a. om de bijzondere erfpachtconstructie, de financiële risico’s die de gemeente loopt, mogelijke staatssteun, het ontbreken van belangrijke kostenposten in de grondexploitatie, de ontbrekende inspraak, etc.

Donderdag 9 maart a.s. gaat wethouder Revis op bezoek bij Merlin Entertainment in Londen, de exploitant van Legoland.
Peter Bos: ‘Het kan niet zo zijn dat de wethouder afspraken gaat maken met Merlin, terwijl we nog zoveel vragen hebben. Ook hebben we nog helemaal niet met hem gesproken over zijn rol tijdens de bewuste raadsvergadering. De kou is dus nog lang niet uit de lucht.’

Schriftelijke vragen aan college
Een Legoland Discovery Centre lijkt een aanwinst voor de stad. Maar dat een gemeente commercieel vastgoed koopt, sloopt, laat bouwen en weer uitgeeft ten gunste van commerciële partijen (respectievelijk een vastgoedpartij in de gokbranche, een projectontwikkelaar en een groot wereldwijd concern in de leisuremarkt) is zeer opmerkelijk. De constructie waarin dit mogelijk wordt gemaakt zou in ieder geval juridisch en financieel deugdelijk en controleerbaar moeten zijn. Daar zijn – mede door de grote tijdsdruk waaronder de besluitvorming tot stand is gekomen – grote vraagtekens bij te plaatsen. Hierover stellen de Haagse Stadspartij en de PvdA, onder verwijzing naar artikel 30 van het reglement van orde, de volgende vragen:

De raadsleden de heren Bos en Aydin hebben op 6 maart 2017 een brief met daarin tweeëndertig vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

1. Vitalizee is volgens het kadaster in 2014 gekocht voor 2,4 miljoen. Voor welk bedrag koopt de gemeente het pand van de huidige eigenaar?

Dit is toegelicht in de commissie Ruimte van 15 februari 2017. Zie verder geheime beantwoording via bijlage 1.

2. Op 22 januari 1998 heeft de raad het voorstel Vervallen recht van bebouwing begane grond complex Rederserf (voormalig bouwplan Vitalizee) aangenomen waarin het volgende is vastgelegd: wij achten het intensiveren van de bebouwing op de grond mede uit stedenbouwkundige overwegingen eveneens ongewenst en delen het bezwaar van de Vereniging van Eigenaren tegen bebouwing, waardoor het vrije zicht op zee verloren gaat. Met het nieuwe plan voor Vitalizee dreigt dit zicht op zee wél verloren te gaan. Kan het college aangeven hoe dit kan?

Het nieuwe plan voor de bebouwing biedt ruimte voor een breder zicht op zee en hoognodige vergroening van dit zeer versteende gebied, conform de doelen van De Kust Gezond. Om dit te bereiken is de gemeente in gesprek gegaan met de ontwikkelaar. Resultante is dat het huidige plan geen gebruik maakt van de maximale bebouwingsmogelijkheid, zoals uw raad heeft vastgelegd in het inmiddels onherroepelijke bestemmingsplan Scheveningen-Badplaats uit 2013 (RIS 264662).

3. Door de gemeenteraad zijn twee moties aangenomen die een rol spelen bij de huidige discussie over dit gedeelte van Scheveningen Bad. Ter uitvoering van de moties zijn twee klankbordgroepen ingesteld. De brede klankbordgroep Noord Boulevard bestaat uit bewoners en ondernemers uit het betreffende gebied. Ook volgens het recente Actieplan Burgerparticipatie 2016-2020 zitten m.b.t. De Kust Gezond omwonenden en ondernemers om tafel met de ontwerper(s) van het ingenieursbureau. Op die manier is het ontwerp voor het grootste project, de boulevard vanaf Sea Life tot het Zwarte Pad, met Hagenaars samen gemaakt. Hoe lang is de gemeente al bezig met planvorming voor Vitalizee?

Over mogelijke herontwikkeling van het leegstaande Vitalizee heeft de gemeente in wisselende intensiteit overleg sinds 2011. De huidige planvorming wordt op basis van uw raadsbesluit van 16 februari jl. gefaciliteerd door de gemeente en betreft een particuliere ontwikkeling.
Zoals besproken in de commissievergadering van 15 februari 2017 zijn voorbereidingen voor dit raadsbesluit gestart in het najaar van 2016, met als tussenproduct de aan uw raad toegezonden Nota van Uitgangspunten in december 2016.

4. Waarom is het plan voor Vitalizee niet besproken in de klankbordgroep?

De mate van betrokkenheid verschilt tussen buitenruimte en vastgoedontwikkeling. Bij de ontwikkeling van het vastgoed, dat wil zeggen de sloop en nieuwe bebouwing op het kavel zoals vastgelegd in het door uw raad vastgestelde bestemmingsplan, zijn primair de ontwikkelaar en eigenaar aan zet. Daarbij heeft de ontwikkelaar een verantwoordelijkheid de omgeving over zijn planvorming te informeren.
Nu de raad heeft besloten over de gemeentelijke rol in de herontwikkeling en de ontwikkelaar zijn vergunningaanvraag kan voorbereiden, zijn de gesprekken met de omgeving over de vastgoedontwikkeling door de ontwikkelaar opgestart.
Wat betreft de buitenruimte rond Vitalizee is sinds begin 2016 gesproken met verschillende betrokkenen, incl. een speciale werkgroep, in het kader van het VO Noordelijke boulevard en omgeving.
De herontwikkeling van het vastgoed biedt echter nieuwe kansen voor verbetering van de buitenruimte. Nu de besluitvorming over de herontwikkeling van Vitalizee heeft plaatsgevonden, kunnen deze kansen worden uitgewerkt met de belanghebbenden uit de omgeving. Hierover hebben de eerste gesprekken reeds plaatsgevonden. De gemeente zal de gesprekken over de buitenruimte zoveel mogelijk combineren met de gesprekken over de bebouwing van de ontwikkelaar.

5. Tijdens de commissievergadering hebben vertegenwoordigers van Den Haag Marketing en Stichting Marketing Scheveningen ingesproken. Hoe kan het dat deze organisaties wel op de hoogte waren van de plannen en heeft het college gevraagd of deze organisaties wilden inspreken?

De plannen voor de herontwikkeling van Vitalizee, met als doel de vestiging van een Legoland Discovery Centre aan de Scheveningse boulevard, hebben zeer uitvoerig aandacht gekregen in (sociale) media sinds de bekendmaking op 3 februari. Vele Hagenaars, Haagse ondernemingen en Haagse instellingen hebben hier via de media met enthousiasme kennis van genomen. Vanzelfsprekend is dit in de volgende dagen ook in gesprekken met allerlei partijen aan de orde gekomen.
De in de vraag genoemde organisaties hebben overigens een formele taak in het stimuleren van toeristisch bezoek aan Den Haag en meer in het bijzonder Scheveningen. Zij zijn partners van de gemeente in deze doelstelling en derhalve ook actief geïnformeerd over de besluitvorming. Zoals u weet staat het een ieder vrij om in te spreken of dit nu is door instellingen, organisaties, ondernemers of bewoners.

6. De Nota van Uitgangspunten die op 13 december 2016 door het College is vastgesteld kende een positief saldo. Uit het latere projectdocument blijkt dat dit positieve saldo is veranderd in een negatief saldo van € 455.000,-. Kan het college hiervan een gedetailleerde verschillenverklaring leveren?

Zoals naar aanleiding van vragen uit uw raad door het college is toegelicht in de commissie van 15 februari was het (bescheiden) positieve saldo van de Nota van Uitganspunten (NvU) gebaseerd op de stand van zaken op dat moment. Na de vaststelling van de NvU zijn de plannen verder uitgewerkt, waarbij nadere ramingen van sloopkosten en bouwkosten zijn gemaakt en taxaties zijn uitgevoerd. Ook dienen de risico’s (€ 50.000) op de grondexploitatie vooraf te worden afgedekt en leidt een wijziging in omzet van bouwkosten tot hogere financieringslasten.
Het negatieve plansaldo van € 455.000,- is opgebouwd uit het negatieve saldo van de grex van € 105.000,- , een risicoreservering ten behoeve van de grex van € 50.000,- en € 300.000,- rentelasten gedurende de bouw.
Een gedetailleerde verschillenverklaring is opgenomen in de geheime beantwoording via bijlage 1.

7. Volgens het Projectdocument sluit de gemeente met SENS real estate een ontwikkelovereenkomst tegen een vaste som voor de bouw van de onderbouw en de bovenbouw, waarbij de programma’s van eisen voor de onderbouw en de bovenbouw uitgangspunt zijn. Met dien verstande dat de directe bouwkosten voor de bovenbouw gekoppeld zijn aan een maximale som, die bij overschrijding tot overleg leidt. Waarom is dit risico niet bij SENS neergelegd? Is er een risicoreservering voor overschrijding opgenomen in de bouwexploitatie?

Dit risico wordt neergelegd bij Sir Winston middels de turnkeyovereenkomst voor de bovenbouw. Sir Winston wilde dit risico niet bij SENS leggen en zelf houden omdat zij daarmee niet alleen het risico uit handen gaven maar ook een potentieel voordeel. Indien de situatie zich voordoet dat er sprake is van overschrijding, zijn contractmatig maatregelen genomen om risico’s te minimaliseren. Dit is ook toegelicht in de commissie Ruimte van 15 februari 2017. Zie verder geheime beantwoording via bijlage 1.

8. Is er getoetst of deze gunning aan SENS real estate een risico tot strijdigheid met aanbestedingsregels in zich draagt en tot welk bedrag de extra kosten (boetes, vertraging project, schadeclaims) kunnen oplopen als de ontwikkelovereenkomst inderdaad in strijd is met aanbestedingsregels?

Het college heeft uw raad geïnformeerd over de analyse van de risico’s van het project én de maatregelen die zijn en worden genomen om deze risico’s te beheersen. Wij verwijzen u hiervoor naar de op 3 februari 2017 verstrekte (geheime) stukken en de besloten bespreking van die stukken op 15 februari jl. De onafhankelijke juridische toetsing, die ten grondslag ligt aan bovengenoemde stukken, ligt geheim voor u ter inzage bij de griffie in leesmap 9.

9. De bovenbouw wordt verkocht aan Sir Winston. De afnemer en de gemeente sluiten een turnkeyovereenkomst met betrekking tot de bovenbouw, waarbij een door de afnemer opgesteld programma van eisen gekoppeld aan een maximale bouwsom uitgangspunt zal zijn. Bij overschrijding treden partijen in overleg. Waarom is dit risico niet bij Sir Winston neergelegd? Is er een risicoreservering voor overschrijding opgenomen in de bouwexploitatie?

Zie de beantwoording van vraag 7.

10. Van toepassing zijn de “Algemene Voorwaarden voor de uitgifte in erfpacht van gronden van de gemeente ‘s-Gravenhage in het contractgebied Scheveningen”. Wat is de ontstaansgeschiedenis van deze specifieke regeling voor het contractgebied Scheveningen?

Het college heeft deze voorwaarden van toepassing verklaard met het vaststellen van de Nota van Uitgangspunten voor de herontwikkeling van Vitalizee, die in december 2016 aan uw raad is verzonden.
De voorwaarden Scheveningen, bijgevoegd als Bijlage 2, betreffen een specifieke erfpachtregeling uit 1976 voor het gebied rond het Kurhaus in Scheveningen. Begin jaren zeventig werd de herontwikkeling van Scheveningen, tot een cultureel en recreatief centrum aan zee, door de gemeenteraad geambieerd. Dit was in hoofdzaak de aanleiding voor het vervaardigen van de “Algemene Voorwaarden voor de
uitgifte van gronden van de gemeente ’s-Gravenhage in het contractgebied Scheveningen (omgeving Gevers Deynootplein). De voorwaarden Scheveningen zijn te beschouwen als een voorloper van de eeuwigdurende rechten van erfpacht, zoals die zijn opgenomen in de Algemene Bepalingen 1986 voor de uitgifte van gronden in Erfpacht.

11. Voor 2017 heeft de gemeente Den Haag het canonpercentage vastgesteld op 1,6%. Klopt het dat dit percentage ook geldt voor de erfpachtconstructie herontwikkeling Vitalizee?

Zoals onder meer besproken in de commissievergadering 15-2 is het canonpercentage 2017 toegepast, conform collegebesluit d.d. 6-12-16 (RIS 295805).

12. En wordt dit percentage periodiek herzien? Zo ja, hoe en zo nee, waarom niet?

Het canonpercentage voor Den Haag wordt jaarlijks herzien. Zie voor de onderbouwing van het percentage voor 2017 het collegebesluit d.d. 6-12-16 RIS 295805. Zoals (onder meer) besproken in de commissievergadering 15-2 en zoals opgenomen in de stukken wordt het canonpercentage, conform de Algemene Voorwaarden voor de uitgifte in erfpacht van gronden dan de gemeente ’s-Gravenhage in het contractgebied Scheveningen, voor deze ontwikkeling niet periodiek herzien. De canon zelf wordt in aanvulling op de AV jaarlijks geïndexeerd. Zie voor de exacte bepalingen RIS 296257.

13. Het college heeft gekozen voor een bijzondere (historische) erfpachtregeling. Voldoet deze oude erfpachtregeling aan de huidige wet- en regelgeving en wanneer is deze regeling voor het laatst getoetst?

De Algemene Voorwaarden Scheveningen zijn van kracht op erfpachtcontracten rond het Kurhaus en nog steeds vigerend en rechtsgeldig. De regeling maakt onderdeel uit van de erfpachtcontracten en hoeft – gezien het privaatrechtelijke karakter ervan – niet steeds opnieuw getoetst te worden.

14. Waarom zijn de erfpachtvoorwaarden niet openbaar gemaakt? Het gaat toch om de “Algemene Voorwaarden voor de uitgifte in erfpacht van gronden van de gemeente ‘s-Gravenhage in het contractgebied Scheveningen”?

Deze zijn zoals te doen gebruikelijk openbaar gemaakt en opvraagbaar. Voor de volledigheid zijn de Algemene Voorwaarden bijgevoegd als bijlage 2.

15. Had het college niet voorafgaand aan het opnieuw toepassen van deze erfpachtvoorwaarden aan de raad moeten voorstellen deze voorwaarden aan te passen aan de huidige wet- en regelgeving? Zo nee, waarom niet?

Nee, het is conform vigerend beleid. Voor het overige, zie beantwoording vraag 13 en de verstrekte juridische toetsing.

16. Het college geeft aan dat de investering van 16,563 miljoen euro volledig wordt gedekt uit de verkoopopbrengst (bovenbouw) en de canonopbrengsten door uitgifte in erfpacht (onderbouw). Over hoeveel jaar zijn er voldoende erfpachtinkomsten binnen gekomen om de hele investering gedekt te hebben?

De investering wordt gedekt uit enerzijds de grond-en opstalwaarde die als eeuwigdurende vordering uitstaan en anderzijds de inkomsten die worden gegenereerd uit de verkoop van het horecapaviljoen middels de turnkeyovereenkomst.
De jaarlijkse canon is bedoeld ter afdekking van de vaste kapitaallasten van de gemeente. In Den Haag hebben erfpachters de mogelijkheid om te kiezen tussen eeuwigdurend afkopen of canonbetaling. De voorwaarden sluiten hierbij canonbetaling bij opstal niet uit.

17. Wordt de onderbouw na oplevering nog getaxeerd zodat een actuele erfpachtcanon voor de vooraf vastgestelde koper wordt bepaald? Zo nee, waarom niet? Is er door een college een toets op risico tot staatsteun (en de daarmee eventueel gepaarde meerkosten) aan de vooraf vastgestelde koper gedaan?

Nee, conform de regelgeving betreffende staatssteun dient de waarde ten tijde van overeenkomst marktconform te zijn. De huidige taxaties laten zien dat de overeengekomen waarde meer dan marktconform is.
Het risico op staatssteun is getoetst. Het college heeft uw raad geïnformeerd over de ze toets én de maatregelen die zijn en worden genomen om risico’s te beheersen. Wij verwijzen u hiervoor naar de verstrekte (geheime) stukken.

18. Moet voorafgaand aan het toepasbaar verklaren van erfpachtvoorwaarden niet een toets op staatssteun gedaan worden? Zo nee, waarom niet?

Erfpachtvoorwaarden zijn voor een ieder in dat gebied toepasbaar en derhalve niet slechts voor 1 partij. Hiermee kan geen sprake zijn van staatssteun. De ontwikkeling is als geheel getoetst, zie hiervoor de beantwoording van vraag 17.

19. Volgens ons ontbreekt een onderdeel in de openbare grondexploitatie. Indien in het raadsvoorstel een begrotingswijziging groter dan 2,5 miljoen euro mist, is het college het dan met ons eens dat het hele raadsvoorstel als nietig beschouwd moet worden, en het college met een nieuw, aangepast raadsvoorstel moet komen? Zo nee, waarom niet?

De raad stelt grondexploitaties vast met een nog te verwachten begroting van kosten en opbrengsten van minimaal € 2,5 mln (Verordening beheersregels grondexploitaties en strategisch bezit, 2016). Omdat sprake is van een verwachte begroting van kosten en opbrengsten van meer dan € 2,5 mln. is deze grondexploitatie ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. De raad heeft gekozen het aantal momenten van begrotingswijziging te beperken. Uitgangspunt is dat de begroting in het uitvoeringsjaar eenmaal geactualiseerd wordt. Actualisatie van de begroting op door de raad genomen besluiten voor grondexploitaties, vindt plaats bij het halfjaarbericht. (Zie artikel 6.2 en bijbehorende toelichting in de Verordening financieel beheer en beleid).

20. Ondanks de onduidelijkheid over wat er nu al dan niet rechtmatig besloten is, is wethouder Revis van plan aanstaande donderdag een dienstreis naar het buitenland te maken om te praten met Merlin, de beoogd huurder en exploitant van Legoland Discovery Center. Is het college bereid om per ommegaande aan de gemeenteraad toe te zeggen dat er geen onomkeerbare stappen worden gezet totdat deze vragen zijn beantwoord, en de raad de kans heeft gehad zich erover uit te spreken?

Er is geen sprake van onduidelijkheid in de besluitvorming. Er is door de raad een besluit genomen. Dit is de basis voor ons verdere handelen. Zie ook verder het verslag van de dienstreis, RIS296531.

21. De gemeenteraad heeft een vertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol. Is het college het met ons eens dat een correct handelend bestuursorgaan de controlerende taak van een ander orgaan niet mag ondermijnen door cadeautjes weg te geven? Zo nee, waarom niet?

Het college herkent zich niet in de suggestie die ligt besloten de vraagstelling. De raad gaat over zijn eigen besluitvorming. Het is niet aan het college om daar een oordeel over te vormen.

22. Volgens de grondexploitatie is de constructie in nauw overleg met Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn juridisch onderzocht en op zijn risico’s getoetst. Gesteld wordt dat het risicoprofiel van deze constructie hoger is dan bij een constructie waarbij de gemeente alleen de grond uitgeeft. Kan het college alle bevindingen van Pels Rijcken openbaren? Zo nee, waarom niet?

Nee, in verband met de bedrijfsgevoelige informatie, mogen wij deze informatie niet openbaar maken. Verder verwijzen wij u naar de juridische toetsing, die als genoemd ter inzage ligt.

23. Hoe gaat de zakelijke relatie tussen Sir Winston en Asian Business Court vormgegeven worden? Zijn hier al afspraken of toezeggingen over gemaakt? Zijn er hierbij bijvoorbeeld aanvullende kosten voor de gemeente bij deze verhuizing van Sir Winston naar het ABC, zoals het bouwrijp maken van de grond of andere ontwikkel- en bouwkosten?

Nee, dit is een volledig private investering van Sir Winston en andere aandeelhouders.

24. Het college heeft aangegeven dat de speelautomatenvergunning niet op de huidige locatie kan blijven voortbestaan, omdat Merlin daarmee niet akkoord gaat. Tevens heeft het college aangegeven alle stukken over besluitvorming met Merlin (onder geheimhouding) aan de raad gestuurd te hebben. Uit welk aan de raad gestuurd stuk blijkt dat Merlin niet akkoord gaat met de speelautomatenvergunning in de buurt van Merlin?

Zoals is aangegeven in de aan de raad verstrekte stukken en in de bespreking in de commissie ruimte van 15 februari en de raadsvergadering van 16 februari, is het college voorstander van de verplaatsing van de speelautomatenhal uit Vitalizee die de raad heeft mogelijk gemaakt, omdat dit mogelijkheden biedt voor een verbreding van het recreatief aanbod in Scheveningen Bad.
Startpunt van de gesprekken met Merlin was een totale herontwikkeling van de huidige bebouwing, inclusief de verhuizing van de speelautomatenhal. De gemeente heeft geen overeenkomsten met betrekking tot deze ontwikkeling gesloten (en zal ze ook niet sluiten) met Merlin, immers de gemeente wordt geen eigenaar van de nieuwbouw.

25. Indien een steunmaatregel als staatssteun kan worden gekwalificeerd, zijn decentrale overheden verplicht deze maatregelen ‘staatssteunproof’ in te richten. Kan het College aangeven of dat is gebeurd?

26. Als een decentrale overheid staatssteun verleent die onder een van de vrijstellingsverordeningen valt, geldt een plicht tot kennisgeving. Als een decentrale overheid staatssteun verleent, die niet binnen een vrijstellingsverordening valt, zal deze moeten worden aangemeld bij de Europese Commissie. Is dat in dit geval gebeurd? Zo nee, waarom niet?

27. Is het college het met ons eens dat als er sprake kan zijn van staatssteun, het college dit zelfstandig moet melden aan de Europese Commissie en voordat deze daar uitspraak over heeft gedaan geen onomkeerbare stappen kan nemen?

Ad 25-27: Zoals toegelicht, zijn en worden er beheersmaatregelen genomen om ongeoorloofde staatssteun te voorkomen en ziet het college geen aanleiding voor kennisgeving. Wij verwijzen u hiervoor naar de analyse van de risico’s én de maatregelen die zijn en worden genomen om deze risico’s te beheersen in de eerder benoemde stukken.

28. Wanneer vindt de Bibob-toetsing plaats van alle betrokken partijen?

Lid 5 van artikel 9 van de Bibob-beleidslijn van de gemeente Den Haag, stelt dat er in het geheel geen Bibob-toets van toepassing zal zijn bij de aankoop van onroerend goed. Voor het overige bevat de beleidslijn (in de leden 1 en 2) van artikel 9 zogenaamde kan-bepalingen: de gemeente kan een Bibob-toets uitvoeren indien ambtelijke informatie en/of vanuit het Bureau, en/of vanuit het RIEC-samenwerkingsverband en/of een OM-tip daartoe aanleiding geeft. In het onderhavige geval is er (op dit moment) geen aanleiding om een Bibob-toets op te starten.

29. Een toeristische attractie met naar verwachting 375.000 bezoekers per jaar is in principe MER-plichtig. Wanneer komt er een MER-rapportage, en wat betekent dit voor de planning?

Zoals reeds aangegeven in het projectdocument (RIS296257, paragraaf 5.1, pagina 15) ligt de beoogde ontwikkeling boven de gestelde drempelwaarden van 250.000 bezoekers per jaar en is derhalve een m.e.r.-boordelingsprocedure nodig. De ontwikkelaar draagt hiervoor verantwoordelijkheid. De planning is afhankelijk van vervolgbesluiten. Wij zullen u hierover te zijner tijd nader over informeren.

30. Is er al toestemming van de instanties m.b.t. de kustveiligheid en zo nee, wie draagt hiervoor de financiële risico’s?

Zoals reeds aangegeven in het projectdocument (RIS296257, pagina 13) heeft reeds afstemming plaatsgevonden met het Hoogheemraadschap. Mits de veiligheid van het achterland niet nadelig wordt beïnvloed en dit niet leidt tot kostenverhoging van toekomstige versterkingswerken, biedt het Hoogheemraadschap ruimte voor ver- en nieuwbouw binnen de kustplaatsen. Het technisch ontwerp van de kelder zal worden afgestemd met het Hoogheemraadschap.

31. Kan het college aangeven waarom sprake is van termijngebonden stukken en waaruit dat blijkt?

Zoals onder andere besproken in de commissievergadering van 15-2 was besluitvorming door de gemeenteraad in februari noodzakelijk om de gewenste opening van het LDC voor de meivakantie van 2019 mogelijk te kunnen maken. Zonder deze besluitvorming van de gemeenteraad zou de verdere besluitvorming en planvorming door de exploitant van LDC en van de ontwikkelaar niet kunnen worden voortgezet, waarmee een groot risico zou zijn ontstaan voor de komst van het LDC.
32. Op basis van welke taxatie heeft het college de verkoopopbrengst (bovenbouw) vastgesteld? Wordt de bovenbouw na de oplevering nog getaxeerd zodat een actuele verkoopprijs voor de vooraf vastgestelde koper wordt bepaald? Zo nee, waarom niet? Is er door het college een toets op risico tot staatssteun (en de daarmee eventueel gepaarde meerkosten) voor de vooraf vastgestelde koper gedaan?
Indien met de verkoopopbrengst bovenbouw de realisatiekosten van de opstal worden bedoeld, dan geldt dat deze volledig wordt betaald door de afnemer en derhalve niet getaxeerd hoeft te worden. Met dien verstande dat wel (intern en extern) is getoetst wat een marktconforme bouwprijs hiervoor is, daar dit ook een factor is bij het bepalen van de grondwaarde. De uiteindelijke prijs voor de bovenbouw zal worden betaald door de afnemer en is afkomstig van een aanbestedingsresultaat. Indien dit minder is dan het overeengekomen bedrag zal dit ook in mindering worden gebracht op de vergoeding aan ontwikkelaar. Voor wat betreft de overeengekomen grondprijs voor de bovenbouw geldt dat deze ten tijde van het sluiten van de overeenkomst marktconform dient te zijn. De huidige (externe en interne) grondwaardetaxaties laten zien dat de overeengekomen waarde meer dan marktconform is en dat het risico op staatssteun daarmee als zeer gering wordt ingeschat.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
Annet Bertram Pauline Krikke