Gemeente volgens FNV in de fout met huishoudelijke hulp

De gemeente Den Haag gaat, net als driekwart van de andere gemeentes, in de fout met huishoudelijke hulp. Dat blijkt uit onderzoek van FNV Zorg en Welzijn.

Martijn Balster (PvdA) en Fatima Faïd (Haagse Stadspartij) hebben de volgende schriftelijke vragen gesteld:

Uit onderzoek van FNV Zorg en Welzijn, uitgevoerd door adviesbureau Jurist Wevers, blijkt dat ruim driekwart van de gemeenten, waaronder Den Haag, een juridische toets van het huishoudelijke hulpbeleid niet zou doorstaan. FNV stelt dat gemeenten minder uren toekennen of de systematiek van het aantal uren toekennen veranderen onder het mom van bezuinigingen van het kabinet, terwijl dit onnodig is omdat inmiddels een groot deel van de bezuinigingen is teruggedraaid. Ondertussen houden veel gemeenten, waaronder Den Haag, veel geld over op de Wmo.

De raadsleden de heer Balster en mevrouw Faïd hebben op 7 september 2016 een brief met daarin
vier vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 30 van het
reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het
college deze vragen als volgt.
Uit onderzoek van FNV Zorg en Welzijn, uitgevoerd door adviesbureau Jurist Wevers, blijkt dat ruim
driekwart van de gemeenten, waaronder Den Haag, een juridische toets van het huishoudelijke
hulpbeleid niet zou doorstaan. FNV stelt dat gemeenten minder uren toekennen of de systematiek
van het aantal uren toekennen veranderen onder het mom van bezuinigingen van het kabinet, terwijl
dit onnodig is omdat inmiddels een groot deel van de bezuinigingen is teruggedraaid. Ondertussen
houden veel gemeenten, waaronder Den Haag, veel geld over op de Wmo. Op grond van artikel 30
van het Reglement van orde, stellen wij het college daarom de volgende vragen:

1. Bent u bekend met het onderzoek van de FNV?

Ja

2. Wat is uw reactie op het feit dat Den Haag volgens het onderzoek een juridische toets van het
huishoudelijke hulpbeleid niet zou doorstaan?

Den Haag voldoet aan de regels die de Wmo stelt. De conclusie van het FNV is onjuist. Het FNV gaat
in het rapport in op twee zaken. Er zou bij de hulp bij het huishouden (HH) gewerkt worden met
resultaten en er wordt bij het PGB afgeweken van de normtijden van het CIZ. Beide stellingen zijn
onjuist. Bij de HH wordt in 2016 nog in uren geïndiceerd en bij het PGB wijken we niet af van de
normtijden.
In 2017 gaan wij ook voor de HH over op het resultaatgericht indiceren. Hierbij nemen wij de adviezen
van Landsadvocaat Pels Rijcken over de mogelijkheden die er zijn voor het resultaatgericht indiceren
over. Hiervoor verwijzen wij naar de antwoorden op vraag 3 en 4.

De PvdA en HSP uitten in eerdere besprekingen over de Wmo hun zorgen over de juridische
houdbaarheid en de inhoudelijke wenselijkheid van het resultaatgericht indiceren. De FNV stelt in
hun onderzoek dat resultaatgericht indiceren in strijd is de Wmo 2015 en huidige jurisprudentie. De
uitwerking van het resultaatgebied ‘het voeren van een huishouden’ zoals beschreven in de
aanbestedingsleidraad Wmo geeft weinig houvast voor cliënten om te achterhalen op wat voor
huishoudelijke hulp ze wel of geen aanspraak kunnen maken.
3. Voldoet de uitwerking van het resultaatgebied ‘het voeren van een huishouden’ volgens u aan de
Wmo 2015 en huidige jurisprudentie? Heeft u de aanbestedingsleidraad bijvoorbeeld laten
doorlichten door onafhankelijke juridische experts?

Ja. De aanbestedingsleidraad is door Juridische Zaken van de Bestuursdienst getoetst. Daarbovenop
hebben wij ons laten adviseren door de landsadvocaat Pels Rijcken over de gevolgen van de uitspraken
van de Centrale raad van Beroep (CRvB) van 18 mei 2016. Met dit advies is rekening gehouden bij de
opstelling van de Aanbestedingsleidraad. Met de uitspraken van de CRvB blijft het mogelijk om
resultaatgericht te indiceren. In 2017 wordt de HH resultaatgericht en in drie intensiteiten
geïndiceerd. Tijdens het onderzoek wordt de specifieke situatie van de klant beoordeeld en conform de
wet maken wij hierbij per cliënt concreet en meetbaar welke resultaten behaald dienen te worden. Dit
wordt onderdeel van het ondersteuningsplan, hiermee leveren wij maatwerk en voldoen wij aan de
wet.

4. Welke stappen gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat het nieuwe Wmo-beleid van
Den Haag niet in strijd is met de Wmo 2015 en jurisprudentie?

Geen, onze aanbestedingsleidraad is niet in strijd met de Wmo. Pels Rijcken heeft adviezen geleverd
over de inrichting van het proces van aanvraag tot beschikking. Deze adviezen hebben wij opgevolgd
en worden meegenomen in de huidige implementatie.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen