Het Rijk zet haar leegstaand vastgoed in de verkoop waaronder de Prinses Juliana Kazerne in het Benoordenhout. Om de verkoop van de kazerne aantrekkelijk te maken had de gemeente aan het Rijk toegezegd dat een uitbreiding met nieuwbouw zou worden toegestaan. Dit alles was vastgelegd in een Nota van Uitgangspunten die de afgelopen weken uitvoerig is besproken in de raadscommissie en de gemeenteraad.

In de Nota van Uitgangspunten (NUP) staat het behoud van het architectonisch karakter en het groen rond de Prinses Juliana Kazerne weliswaar voorop, maar de toevoeging van nieuwbouw in het groen vond raadslid Gerwin van Vulpen ongewenst. De kazerne is een gemeentelijk monument, Rijks Beschermd Stadsgezicht en het groen is onderdeel van de landgoederenzone tussen Den Haag en Wassenaar.

Ook de buurt wil graag dat het karakter van de kazerne behouden blijft. Op inspraakavonden heeft het Benoordenhout duidelijk aangegeven dat zij om die reden geen nieuwbouw wil en ook niet zit te wachten op openstelling van het terrein in ruil voor nieuwbouw. Zij vrezen dat de toevoeging van een nieuwbouwvolume van mogelijk 3.300 m2 het karakter van de Prinses Juliana Kazerne op het spel zet. “In de hele discussie is mij niet duidelijk geworden of de nieuwbouw werkelijk noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de kazerne,” aldus raadslid Gerwin van Vulpen. “Wij hechten aan een goede relatie met het Rijk, maar letten ook scherp op de kwaliteiten van de stad.” Om die reden dienden D66 en Haagse Stadspartij in de raad van 1 oktober een motie in die de mogelijkheid tot nieuwbouw uitsluit. De motie werd door het college ontraden, maar desondanks met een grote meerderheid aangenomen.

Gerwin van Vulpen: “De stad groeit en er zal gebouwd moeten worden, maar wel met behoud van kwaliteit. We moeten zorgvuldig met ons mooie groen omgaan. Het groene karakter is immers van belang voor de luchtkwaliteit en de gezondheid van alle Hagenaars, maar is ook van belang voor de economische ontwikkeling van onze stad. Internationale instellingen en toeristen zullen wegblijven als we ons mooie groen volbouwen. Het Rijk heeft nog veel kantoren leeg staan, laten we daar vooral naar kijken.”